Islam en democratie / moslims en democratie
Taksim, Teheran, Tahrir en Tunis : islam en democratie
Islam en democratie: het is een ongelukkige combinatie. Een religie die predikt de enige weg tot God en de heilstaat te zijn, staat per definitie een democratie in de weg. Immers, de democratie predikt juist geen enige en enkele weg tot de heilstaat en al helemaal niet tot God. Een beetje democratie is altijd in beroering door partijen die, met respect voor de democratische regels, proberen de macht zo eerlijk mogelijk te verdelen en het bij alle beslissingen goed voor te hebben met het volk. Met een democratie kan het zijn dat parlement en regering gedomineerd worden door rechtse politieke krachten, linkse, of allerlei combinaties.
Religies lenen zich hoe dan ook niet voor democratie. Christendom en democratie: een heilloze weg. Het christendom naar de letter en geest predikt ook de enige weg tot God te weten en de enige weg tot de heilstaat. Dus ook voor deze combinatie geldt dat het niet werkt.
Maar gelukkig worden religies beleefd door mensen. Zonder mensen geen religies. De religie is er dankzij de mens en niet omgekeerd. En religieuze mensen zijn er in soorten en maten: van extreem behoudend en aartsconservatief tot zeer open en frivool. En ook dat geldt weer voor alle religies, in het bijzonder het christendom en de islam.
Mijn stelling is, gegeven bovenstaande argumenten, dan ook dat de combinatie christenen en democratie prima gaat, en de combinatie moslims en democratie ook. In Nederland hebben we in de 200 jaar dat onze democratie bestaat ervaring met regeringen die door christenen, katholieken en protestanten, werden geleid: dat ging allemaal uitstekend en iedereen hield zich aan de regels van het democratische spel. De christenen zijn nu veel minder machtig in het parlement en ook in deze nieuwe rol schikken ze zich.
Ik hoor mijn ideologische tegenstrevers al: die De Ruiter maakt een oneigenlijke vergelijking tussen christendom en islam en christenen en moslims. Waar de christenen zich bewezen hebben in de democratie, hebben de moslims dat niet of nauwelijks gedaan en zullen ze dat ook niet doen.
En dat laatste betwijfel ik. En dat doe ik op basis van wat er gebeurt op het Taksimplein in Istanbul en bij de Iraanse jeugd. Desgevraagd zullen de mensen op het Taksimplein en de jeugd in Iran vrijwel allemaal bevestigend antwoorden op de vraag of ze moslim zijn: dat zijn ze allemaal tenzij ze van huis uit christen zijn of baha’i. Er zullen er maar weinigen zijn die zeggen ongelovig te zijn of atheist.
En wat roepen de jongeren op Taksim en de jongeren in Teheran? Ze willen allemaal vrijheid. Vrijheid om hun eigen leven te leiden, om hun eigen beslissingen te nemen, zonder dwang van een overheid die zich met alles bemoeit, zoals in Iran, of met alles wil bemoeien, zoals in Turkije.
Daarmee scharen ze zich achter de jongeren op het Tahrirplein in Cairo en in de straten van Tunis. Ook zij wilden vrijheid en kregen het.
Mijn stelling is dat de jongeren in Noord-Afrika, in Turkije, het Midden-Oosten heus niet van hun islam afwillen. Mijn stelling is dat ze trots zijn op hun geloof. Maar tegelijkertijd willen ze zelf de individuele vrijheid om hun geloof te beleven. Als ze dat lukt, dan zien we dat moslims en democratie heel goed samen kunnen gaan.
En ze hebben nog een opsteker ook. Hun broeders en zusters die inmiddels al meer dan drie generaties in Europa wonen, waar ze doordrenkt zijn geraakt met het ‘virus’ van de democratie, zijn voor hen een lichtend voorbeeld. De Europese moslims weten zich geborgen in de democratie en ontwikkelen met deze mee en ze kunnen hun geloof beleven van heel orthodox tot aartsconservatief.
Islam en democratie: dat is een onmogelijke combinatie, maar moslims en democratie is meer dan mogelijk.